vrijdag, september 16, 2005

discussie over de toekomst van de 'Smeerpijp' afgerond

Afgelopen woensdag heb ik in de commissie Landschap, Water en Milieu het woord gevoerd over het onderzoeksrapport naar de rioolpersleiding Groningen-Delfzijl. Het rapport moest een aantal dingen duidelijk maken: hoe is het gesteld met de buis? Welke stoffen zitten er in de leiding? Is er milieuvervuiling in de omgeving opgetreden? Is er altijd goed in de gaten gehouden of de buis lekte? En wat moeten we in de toekomst met de persleiding doen?

Voor de vakantie hebben we al gesproken over de belangrijkste conclusies van het rapport: de persleiding heeft niet gezorgd voor een verhoogd gezondheidsrisico voor omwonenden; de kwaliteit van de buis is ruim voldoende en de milieuverontreiniging die in het verleden heeft plaatsgevonden was het gevolg van werkzaamheden aan de buis en een verhoging van de pompcapaciteit. Er hebben dus geen spontane lekkages plaatsgevonden.

Nu het volledige rapport (ruim 600 pagina's) beschikbaar was, werd het tijd om wat dieper op een aantal zaken in te gaan. In de eerste plaats bleek er in de afgelopen tijd vrij slordig omgegaan te zijn met het in de gaten houden (jargon = monitoren) van de buis. Op zich was de controle wel technisch goed uitgevoerd, maar met een aantal conclusies en aanbevelingen had zorgvuldiger omgegaan kunnen worden. Het draait hier wel om vertrouwen. Als de overheid aangeeft dat het een persleiding goed in de gaten houdt, dan moeten de inwoners van Groningen daar ook van op aan kunnen. In dat opzicht was deze zaak een wake-up call voor het College van Gedeputeerde Staten. Deze kondigde dan ook aan om de controle op overige monitoring verder aan te scherpen.

Anderzijds is het praktisch onmogelijk om van iedere plek van een 27 kilometer lange buis te weten of er sprake is van lekkages. Dat is ook precies de reden waarom er gekeken moet worden naar een duurzame oplossing van de persleiding. Er zit chemisch afval in de buis, dat levert geen gevaar op als het in de buis blijft zitten. De leiding is nog enkele decennia goed, maar het houdt een keer op. Er zijn twee opties: of je haalt de persleiding er in zijn geheel uit of je maakt de buis schoon en vult het op. De eerste optie kost ca. 55 miljoen euro en zorgt voor relatief veel overlast voor omwonenden in verband met grootschalige werkzaamheden. Daar komt bij dat de leiding voor een groot deel langs het Eemskanaal loopt en dat bij verwijdering veel extra maatregelen genomen moeten worden om de dijk stabiel te houden.

Wij hebben de garantie van het college dat bij reiniging van de voormalige persleiding, de zaak ook echt schoon is. De opvulling met betonschuim moet ervoor zorgen dat de leiding dezelfde massa heeft als voor de reiniging en zo goed blijft liggen. Mijn fractie ziet deze variant als de juiste oplossing voor het probleem. De werkzaamheden veroorzaken minder overlast voor omwonenden, het kost nog steeds veel geld (ca. 16 miljoen) maar dat is wel een paar slagen minder dan volledige verwijdering van de buis.

In de komende tijd zal het onderwerp nog een aantal keren terugkomen in verband met de uitvoering van de werkzaamheden. De verdeling van de kosten spelen hierbij een rol. Die zullen verdeeld worden tussen het waterschap Noorderzijlvest, de gemeente Groningen, de provincie Groningen en eventueel het Ministerie van VROM.

maandag, september 12, 2005

De waan en de risico's

risicokaart Groningen
Iedere provincie beheert een risicokaart. Op deze kaart wordt aangegeven waar installaties staan die, als het mis zou gaan, een risico kan betekenen voor de omgeving. Het is de bedoeling dat de kaarten in 2006 allemaal volledig zijn, maar er staat nu alweer een verandering op stapel. Het kabinet heeft afgelopen vrijdag besloten dat de effectafstanden van de risicokaarten gehaald moeten worden. Dit betekent dat je niet meer kan zien hoe ver de effecten van een eventueel ongeval reiken. Als je die informatie alsnog wil hebben, dan moet je je melden bij het rijk, de provincie of de overheid. Op die manier weet de overheid wie welke informatie wil hebben. Want het konden wel eens terroristen zijn...

Het idee om risicokaarten digitaal ter beschikking te stellen aan alle inwoners van Nederland kwam mede voort uit de vuurwerkramp in Enschede. Omwonenden wisten niet dat ze in de omgeving van een dergelijke opslagplaats van vuurwerk zaten en konden dus ook niet optimaal anticiperen op een calamiteit. Daarom werd voor heel Nederland in kaart gebracht waar potentiële risico's zaten.

Na het stoplicht-systeem (code groen, oranje, rood) moet de terroristen een nieuwe slag toegebracht worden door niet langer te laten zien wat de gevolgen zijn van een ontploffende LPG-installatie. Ik kan me niet voorstellen dat je als terrorist geen idee hebt van de effecten van een bepaalde aanslag. De redenering van het kabinet is mijns inziens dan ook uiterst merkwaardig. Het is nog voorstelbaar dat je - de redenering volgend - zegt: we halen de kaarten integraal van de website omdat terroristen precies kunnen zien waar alle risicovolle intallaties staan. Maar dat je zegt: we laten wel zien wát er staat, maar niet wat de effecten zijn, dan ben je bezig met symbool-politiek en breek je bovendien af wat je na de onrust rond Enschede had opgebouwd.

Ik ben ervan overtuigd dat je de inwoners van iedere provincie beter meteen goed kan informeren over de eventuele risico's in hun omgeving, dan dit halfbakken gedoe. De kans dat een fabriek door een menselijke fout in brand vliegt is immers nog altijd vele malen groter dan dat het wordt opgeblazen door een terrorist. En zelfs als dat laatste wel zou gebeuren, dan nog is het beter dat omwonenden vervolgens beter op de gevolgen kunnen anticiperen.